Met ingang van 1 januari 2025 gaat de Belastingdienst handhaven op schijnzelfstandigheid. Dit betekent dat bedrijven, ook binnen de installatiesector, goed moeten letten op hoe zij hun zzp'ers inzetten. Schijnzelfstandigheid houdt in dat iemand werkt als ‘zelfstandige’, terwijl deze feitelijk in een dienstverband zit. Wanneer een zzp’er wordt behandeld als werknemer, met gezag en instructies, kan dit aanzienlijke financiële gevolgen hebben voor de opdrachtgever. Een naheffing kan fors oplopen, en daarnaast kunnen er arbeidsrechtelijke claims ontstaan.
De Wet DBA vervangt sinds 2016 de VAR-regeling om duidelijkheid te geven over de arbeidsrelatie tussen zzp’ers en opdrachtgevers. Toch ontstond hierdoor juist meer verwarring. Daarom werd handhaving van de wet telkens uitgesteld (het zgn. handhavingsmoratorium). Sinds de Deliveroo-uitspraak, waarbij maaltijdbezorgers als werknemers werden beschouwd, is duidelijk dat ‘in dienst van’ strenger wordt gedefinieerd. Hiertoe treedt vermoedelijk per 1 januari 2026 een nieuwe wet in werking. Dit brengt risico’s met zich mee voor de installatiesector, waar zelfstandige monteurs en installateurs vaak in teamverband en onder supervisie werken.
Die nieuwe wet wordt echter niet afgewacht. Het vervallen van het handhavingsmoratorium betekent namelijk dat de belastingdienst per 1 januari a.s. al actief zal controleren op schijnzelfstandigheid. Heb je zzp’ers in dienst die al langere tijd dezelfde werkzaamheden uitvoeren? Dan is de kans groot dat zij worden beschouwd als vaste krachten. De fiscale gevolgen? Een naheffing voor loonbelasting, premies voor werknemersverzekeringen en mogelijk een boete van 25%.
Bij een maandinkomen van €5.000 kan een zzp’er bij controle tot €12.000 aan naheffingen opleveren, met een extra boete van €3.000 als schijnzelfstandigheid wordt vastgesteld. Een mogelijke terugwerkende kracht van vijf jaar kan de kosten flink opdrijven.
Alius helpt graag bij deze transitie door onze partners te informeren en te ondersteunen bij de voorbereiding. Bereid je voor en voorkom verrassingen – zo bouwen we samen aan een duurzame toekomst, zonder onverwachte kosten.